<
o

Den Haag, 2013/14    Hier en daar verkort 
o

Werkzaamheidsbeginselen
o

Soms kun je alleen maar een ongewoon woord vinden bij een oud of nu heel anders gebruikt begrip. Mallarmé schreef ergens dat de griekse goden werkzaamheidbeginselen waren.

Wij associëren werkzaamheid meestal met geneesmiddelen, wasmiddelen etc Niet zozeer met beelden. Maar van kleuren kan je wel zeggen dat ze werkzaam zijn. Rood is bijv de meest werkzame kleur. En er zijn de kleuren van het licht. Vaak onzichtbaar voor ons, omdat ze buiten ons menselijke spectrum vallen, maar waarvan we via een apparaat kunnen zien dat ze er zijn en dat ze werkzaam zijn, invloed hebben.
o

Kort tijd na het invoeren in de computer van de twee-dimensionale reeks figuren, (dezelfde als die uit de performance in 1987) kon ik van die twee-dimensionale reeks drie-dimensionele figuren maken. Computertekeningen kan je immers in alle richtingen van de computer ruimte laten draaien. De 'wereldruimte'.
o

En wat zag ik, toen ik mijn eigen figuren om een horizontale as liet draaien? Kegels die bekertjes droegen. Aflopende trechters, zich verwijdende, zich vernauwende of richting-aangevende containers. Bekers, schalen. Mijn oorspronkelijke figuren bleken doorsneden van cylinders, trechters met brede onder- of bovenkant etc te zijn. In mijn verbeelding brachten de bekers me iets. Verderop in de reeks veranderden de vormen in cylinders en trechters niet meer gedragen maar zelfstandig bewegend, meer of minder snel, meer of minder werkzaam.
o

Waarom koos ik uiteindelijk toch de 2-dimensionale figuren om mee te verder te gaan? Die doorsneden uit de drie dimensionale wereld, die platte figuren die ik in 1983 geschetst had met viltstift, leken me treffender voor het oog, werkzamer. Economischer zelfs. Ik zag ze als tekens, ze leken zo op woorden. Ook uit een woord dat je leest of uit een reeks woorden kan je óf iets nemen óf je kunt er iets in stoppen. Woorden kunnen werkzaamheidsbeginselen zijn: ze werken op je in, ze voeden je. Ze hebben bovendien allerlei functies in de zin die je gaat uitspreken of opschrijven. //

Met de computer - die je een simulatie van een 'wereld'ruimte geeft - kan je alles, je moet wel weten wat voor een 'alles'. Daar kom je vanzelf achter.

Ik maakte ook wel eens, door van de twee naar de derde dimensie te gaan, een omgekeerde beweging in de computer. Naar een n+1 wereld.


Stroom site animatie Bekertjes  Even weg