picture
picture
V o o r b l a d

Gissen, vergissen   Er onder door tunnelen.  Beleving 1968  

Vanaf 2021

Bij het overlezen nu van het stukje 'Gissen' lijkt het of er iets achterwege is gelaten. Het verhaal ging bijna te gemakkelijk. Wat hield zich verborgen? Hoe kwam ik aan dat drievoud? Zo maar, intuitie? Ik zocht in mijn herinnering. In laden, kasten en tussen papieren.

Mijn scriptie! Mijn scriptie!...

Het was door het maken van een scriptie dat ik er voor het eerst in aanraking mee kwam.

Geschreven voor mijn doctoraalexamen Franse Taal en Letterkunde aan de universiteit in Groningen in het jaar 1968. Dat geschrift maar vooral zijn inhoud waren verdwenen naar een ontoegankelijk deel van mijn geest. Hoe kwam dat? Wat was er toen gebeurd? Belangrijke vraag. Niemand interesseerde zich toen voor dat onderwerp. Maar dat was het niet...

Ze bevatte het harde werk waardoor het vorige stukje zo gemakkelijk ging.

64 Oudfranse romans 1100-1300. De toepassingen van de romeinse en middeleeuwse retorica op de vertelling. Met het accent op het epiloog. Geschreven in 1967/1968. Ik citeerde toen: 'Das Wirkendes Wort'.    H. Brinkmann, 1964.

Het ging over de structuur van de vertellingen zoals ze toen mondeling aan het publiek werden door gegeven. Pas gedurende de volgende eeuw vast gelegd in met de hand geschreven copiën. Perkament was de drager. Vellum, dierenhuid. Er zaten wetmatigheden in die verhalen. Proloog, verhaal er tussen in, epiloog. Je las uit zgn kritische edities. Sommige experts namen selecties uit meerdere copiën ) anderen volgden een enkele copiïst.
.
Het was niet zozeer intuitie als opgedane routine die je dingen deed opmerken.. Je kijkt een jaar lang naar je studieobjecten met doelmatige intensiteit. Je prent je ze in. Later vergeet je die routines weer maar ze gaan jou niet vergeten.

Ik schreef eigenlijk over de  interface of het  koppelvlak tussen verteller en publiek in die vroege periode. Ik kon dat toen nog niet zo zeggen, natuurlijk.

De periode die ik bestudeerde was zo rijk dat ze ook wel onze eerste Renaissance genoemd wordt.  //

Wat was er gebeurd? Waarom was ik de inhoud van mijn scriptie vergeten. Waarom was alles wat ik toen in de zestiger jaren geschreven had in een donker gat gevallen...

Toen ik dan eindelijk mijn doctoraal examen deed en aan een brede tafel zat met tegenover mij twee geleerde heren, werd mijn scriptie en mijn onderzoek niet eens genoemd. Er werden geen vragen gesteld, geen bezwaren geopperd, geen complimenten gemaakt. Het was alsof ik geen scriptie gemaakt had. Met een brok in mijn keel beantwoordde ik de vragen over het volgende onderwerp. Dat ik niet zo goed bestudeerd had door tijdgebrek.

Niet veel later werd mij telefonisch verteld dat de hoogleraar die mij had moeten ondervragen, mijn resultaten had overgenomen zonder - al was het maar in een noot of een quote - mijn naam te noemen. Zo, zeg.
[picture]

Nu ik eindelijk weet wat er toen aan de hand was, begrijp ik waarom reeks 1 onder die korte reeks van Euclides / Sol Lewitt door tunnelde.

Zonder dat ik het door had, continueerde ik later dat zoeken naar structuren. En maakte een oversteek van woord naar beeld. De Vrije Akademie in de zeventiger jaren. Formulerend via het onbewuste en natuurlijk via ogen en handen.

De chemie maar ook de alchemie waarmee 'Das Wirkendes Wort' in een ' Werkend Beeld' kon veranderen, had zijn tijd nodig.

//

Ik liet mijn reeks figuren vlak voor hun laatste figuur- het element parallellogram - aan het oppervlak komen.

De paradox van die andere Zeno. De paradox van de schildpad en de haas.

De korte reeks is sneller afgeteld. Mijn reeks doet er veel langer over. Maar komt eerder aan op de plek van zijn bestemming. Duikt op vlak voor het enkelvoudig parallellogram. Ze sluit zich aan bij haar remainders, haar restfiguren en sluit zich af van de korte reeks..

//

TIME REVEALS THRUTH    2023

Het definitieve nakijken heeft verrassingen. Nog éen keer neem ik het studeerkamertje van mijn vader in gedachten . Ik verbeeldde me de boekenkasten letterlijk. Er was rechts die van kunst waar literatuur tussen zat. Dan de kast met alles over de Oudheid achterin bij het raam en dan links de saaiste boekenkast ooit die met 'grote namen'. Maar er was één boek dat ik er na mijn kandidaats uit pikte -ik was 24/25 jaar oud- dat van de superberoemde E R Curtius, die schreef over 'topoi' of gemeenplaatsen.

Het was mijn vader die de hypothese over het epiloog maakte en niet ik. Hij vertelde me dat de beroemde man waarschijnlijk een vergissing had gemaakt bij zijn schrijven over dat onderdeel van de vertelling.

Wat ik deed was het waarmaken van die hypothese. ik heb mijn hele leven zeker geweten dat ik zelf die veronderstelling gemaakt had. Dat ik daar nog veel te onervaren voor was kwam niet bij mij op. Die vergissing of liever die illusie zette zich dus door tot en met 2021. Totdat ik die boekenkast met mijn geest en herinneringsvermogen nog één keer 'filmde' .

Alleen al het waarmaken van de veronderstelling was een heidens werk. Al die romans die ik moest bekijken, al die boeken die op tafel gebracht werden, dat noteren, dat typen, conclusies maken. .

In die tijd waren er geen begeleiders. Je moest zelf je weg vinden in het ruime soms ruige land van de wetenschap.

Vergissing bron van creativiteit.

//

tunnel


go to top