|
Montage, demontage |
|
Ik monteer, ik stapel vormen op |
|
niet snei en in één keer |
|
maar in de tijd die voor me ligt. |
|
De vorm die het eerst gekomen was |
|
verzwakt zodra ze onder ligt. |
|
De laatst gekomene heeft kracht |
|
ligt bovenop. |
|
Dan komt de ommekeer: |
|
Dat wat het eerst gekomen was |
|
oud dus, krijgt kracht |
|
laat zich weer zien. |
|
Wat het laatst gekomen was |
|
kwijnt zienderogen weg. |
|
|
|
|