|
|
Gemaakt voor performance 2 1995
|
|
Nadat ik
|
|
het geluk op straat gevonden had
|
|
door als een dwaas pratend in mezelf
|
|
op een kruispunt te gaan staan
|
|
en er getuige van was
|
|
dat licht vorm en functie bracht
|
|
waar ze eerder nog niet was,
|
|
keek ik naar boven
|
|
waar ik zag dat wat zich zojuist had afgespeeld |
|
wat ik op dat kruispunt waargenomen had,
|
|
werd op getild en met mij erbij
|
|
in een grijze wolk verdween
|
|
|
Maar telkens als die wolk beschenen wordt
|
|
door één of ander hemellichaam, zon, maan
|
|
of wat daar maar voor in de plaats mag staan
|
|
worden de vormen zoals ik ze had gepresenteerd
|
|
niet alleen in ruimte maar ook in tijd gezet:
|
|
|
Tekens, die niet zo als eerst
|
|
los van elkaar naar hun werk toegaan
|
|
elk apart functies uitoefenen
|
|
in het algemeen
|
|
helemaal alleen
|
|
op een abstracte plaats
|
|
in een onbekend land |
|
in een denkbeeldige tijd |
|
ver terug of ver vooruit. |
|
|
Maar die op dit of dat moment |
|
- gedurende kortere of langere perioden - |
|
dáár, op die en die plaats |
|
lager of hoger, naar voor of naar achter |
|
meer naar links of naar rechts |
|
- in door hen gemaakte stationnen - |
|
met elkaar betrekkingen aangaan |
|
elkaars werking ondergaan |
|
elkaar pushen en pullen |
|
elkaar trekken en duwen |
|
totdat ze hun taken hebben volbracht |
|
en op vakantie mogen gaan. |
|
|
Als je me herkent in één van hen |
|
groet me dan en zeg het voort: |
|
Heleen Waterbolk, Heleen Waterbolk |
|
is teruggekeerd! |
|
|
|