picture
picture
V o o r b l a d


De Lezer studietijd Groningen 1961-68    Het Éne Veld    opgeschreven ongeveer 2015
o

Er was een fijne studiezaal in de tot faculteit omgebouwde villa. We zaten er elke dag voor een langere periode. Er was toen temidden van al die studerenden één student, een jongere jaars die me opviel. We waren allemaal op zoek naar een goed onderwerp voor een scriptie en hij had zijn onderwerp al gevonden: "Het verhaal in de achttiende eeuw". Ik was een beetje jaloers op hem. Wat een goed idee!

o

Maar hóe hij studeerde, welk beeld dat opleverde dat was wat ik vooral onthield: tegen de tafel aan, voorover gebogen, zat hij heel dicht op zijn tekst. Volgde de regels met het vingertje. Hij was in opperste concentratie, keek niet op of om gedurende lange uren. Zijn hoofd raakte het boek. -Het kan zijn dat er door mijn gezichtspunt sprake van verkorting was.- Maar dát was nu eenmaal het beeld dat ik op mijn netvlies kreeg. Waarom onthield ik dat beeld?
o

Het was vooral vanwege die uiterlijke vorm. Die samenstellende delen van een heel verschillende aard, die gedurende een bepaalde tijd zo intens bij elkaar hoorden. In de drukke wereld buiten de studiezaal trof ik diezelfde tegengestelde maar aan elkaar gekoppelde componenten aan. Ik probeerde ze later te schetsen met grafiet of rietpen. Chauffeurs aan stuur en dashboard gekleefd. Spelers in speelhallen die vastzitten aan hun consoles. Kijkers aan hun schermen.

Steeds lijkt er een magnetische aantrekkingskracht tussen de delen te ontstaan.

Zo was het ook met de visuele opstelling die ik gekozen had. Het kruispunt met zijn lichten. 's Nachts in hun majesteitelijkheid.

Massas's die tijdelijk één zijn met de machinerie en de minuterie van de verkeerslichten, van vorm veranderend bij de wisseling van de lichtkleur. Ze leek een soort perceptuele ruimte op te leveren.. Zoals de bioscoop dat doet. In beide gevallen zitten we - letterlijk of figuurlijk - geboeid te kijken naar wat zich daar voor ons afspeelt. //

De cinematische blik is allereerst de blik van de vereenzelviging met wat zich op het doek afspeelt. Er wordt één veld gemaakt. Subject en object vallen samen. Totale ontvankelijkheid. De blik is onbespied.

Mijn opstelling was één van de velen. In mijn geval zijn er 4 standpunten. Vier gezichtshoeken. Of perspectieven. The colors of light. En daarbij sluit ik me aan bij de man die het huwelijk van Maxima regisseerde. Met vier camera standpunten krijg je de illusie van een levend(ig) tafereel. Ze representeren alle andere standpunten en zijn als een vierkant om een cirkel getrokken.
o

Voor iemand die een zoeker is, is het boek ook een apparaat. Er bestaat zelfs het begrip 'notenapparaat'. In boeken onderaan maar in manuscripten in de kantlijn.

Ps notitie opgevist. Een belangrijke gemeenschappelijkheid bij al die hybride vormen waarvan we met ons lichaam deel van uitmaken is ons geloof in die samenstellingen. We geloven aan de winst aan kracht die die combinatie ons oplevert. We hebben soms zelfs de stellige overtuiging.

Mijn lichte jaloersheid op die student had te maken met mijn geloof aan zijn op handen zijnde vermeerderde kracht. Ik ging er van uit dat geletterdheid kracht gaf. Ik zou via de boeken die ik las extra ervaringen op doen. Ik zou meer besef krijgen, scherper opmerken. De illusie van de 'almacht der gedachten.'

o