picture
picture


De figuren van reeks 1 en  2

De laatste figuur van de eerste reeks, BB3101, is een samenstelling van drie zich herhalende parallellogrammen. Een streng elementen. Van verschillend formaat. Aan die vorm zag ik dat mijn reeks - die zelf bestaat uit vier kleinere reeksen - voltooid was. Want bij verder vermindering zou die tunnel die mijn serie maakt onder de Euclides reeks ophouden te bestaan. Ik zou bij een enkelvoudig element dus bij Euclides uitkomen. De figuur AA1101 was in een onherkenbare andere vorm veranderd. BB3101. En dat verschil in soort markeert nu juist de dimensie van de tijd. Die begrenzende figuur verbeeldt paradoxaal genoeg maar ook logischer wijze het grenzeloze.

De eerste figuur, AA1101, bestaat uit een compositie van cirkel en rechthoek. Volstrekte tegengestelde elementen. Het is de doorgetrokken straal vanuit het centrum van de cirkel die hen aan elkaar smeedt. Vandaar uit is er ontwikkeling in de tijd die tot stilstand komt bij de laatste vorm. De eerste en de laatste figuur zijn elkaars tegenpolen maar ook elkaars 'bestaansreden'.

Op de twee-dimensionale reeks met zijn gesloten figuren volgt een één-dimensionale reeks die dat geslotene in elk opzicht tegenspreekt, openbreekt. Ze bestaat uit een figuur samengesteld uit twee paar loodrecht op elkaar staande lijnstukken, die de twee-dimensionale reeks representeert. Elk levend systeem heeft een dubbele code.

Door alle figuren in te voeren in de computer, kreeg ik meer overzicht en ontdekte ik die uitbreiding van de eerste reeks die tegelijk een drastische vermindering was, vanzelf.

De laatste figuur van reeks 1, zo zie ik haar, is een 'branching point', waar de eerste reeks zich afsplitst in een tweede reeks De laatste figuur van de eerste reeks en de eerste figuur van de tweede reeks zijn beiden afstammelingen van de eerste figuur. Die zelf afstammeling zou kunnen zijn van de Euclides reeks. Ik denk daarbij aan The Tree of Life zoals Darwin zijn systeem noemde. Ook al is er sprake van beeld-soorten die verwant zijn, toch kunnen ze er heel anders uitzien, niet lijken, zoals bijvoorbeeld bij dier-soorten de meest naaste verwant van de walvis het nijlpaard blijkt te zijn.

Darwin wist natuurlijk nog niet van de kleurlichaampjes (of chromosomen) waarop de dubbelstrengen met DNA liggen opgeslagen. // En via die kleurlichaampjes duikt een andere figuur op: Lamarck. Die de leer van Darwin complementeert. Zijn latere volgers: neo- en psycho- lamarckianen.

Dan kom je terecht bij een heel andere soort kleurlichaam. Pigment korrels. Die aangemaakt worden in de opperste laag van de huid.

Door het soort licht dat valt op levende wezens, door de omgeving die groter en machtiger is dan zij zelf en die daarom een tegendeel is, ondergaan planten, dieren en mensen allerlei transformaties om zich te kunnen handhaven.

Bij mimicry wordt een voorbeeld gevolgd. Ook daar wordt een sprong in de tijd gemaakt. Voorbeelden komen eerder, volgers komen later. Voorbeelden hebben hun eigen jasje aan.. Volgers trekken dat jasje aan. Anders zouden ze het niet redden. Zo is het bij insecten, zo is het bij mensen. Mensen noemen volgers die hun voorbeelden beschadigen, parasieten. Mimicri gaat uit van gelijkheid. Het liefst wordt het voorbeeld met huid en haar opgegeten. Ach, ik zie het met smart aan.

Mimicry vindt plaats in de betrekkelijk korte tijd van één enkele generatie. En niet over de generaties heen zoals bij Darwin. //

2020/2021. Er is een dynamische omkering van de reeks mogelijk. Het gaat om de volgorde van de reeks gekleurde lichten. . De reeks was er nog niet voordat ik de eerste figuur had bedacht, dus vanzelfsprekend noemde ik haar de 'Eerste'.

Uit notities

Wat opvalt in de voorbeeldreeks is dat er in het eerste deel veel meer figuren zijn: de talloze impressies die de zenuwen prikkelen. In het kortere tweede deel wordt de de sensatie, de fysieke en materiële gewaarwording vorm gegeven.