<

Over teksten 4    Belevenis 2006/2007    Opgeschreven 2021

Ik beschreef in verzen 4 een overgang van de werking van de kleuren van het licht (het spectrum) naar materiële kleur en stoffelijkheid door middel van het opnoemen, het tellen van de figuren.

Er was bij mij de behoefte de continuiteit van de reeks die zich voltrok via de Derden, te onderstrepen. Vandaar de tekst die ik schreef voor de laatste performance 2003. Peirce kwam mij te hulp bij de rangtelwoorden. Ger Kouwenberg met de serienummers. Jan Noordhoek sprak de tekst uit met lichaamloze stem. Helaas was de inhoudelijke toon van de verzen niet zoals ik wilde. Te emotioneel. Ik werk met een computer, die gaat daar niets van begrijpen.Ik besloot later de verzen opnieuw te schrijven en er lang over te doen. 2010-2013

De figuren zijn 'overgedetermineerd'. Ze hebben meerdere taken en meerdere betekenissen. Dat is ook het geval bij mythologische figuren. Je let dan extra goed op hoe hun naamgeving er uit ziet en klinkt. Voor de derden kwam ik uit op Ken Teken. Voor 2013 had ik hem ook al maar met streepje er tussen of aan elkaar. Nee, niet goed genoeg. Ik zwierf nog wat rond om toch op die benoeming terug te komen. Ze lijkt verdacht veel op het auto kenteken, maar er zit een ruimte tussen. Nee, niet Symbool. Ook al zijn die Derden dat letterlijk wel. De tekst moest 'plat' blijven. En vooral op ritme.

In het 'kennen' zit ervaring Die ervaring die je pas na herhaling van een belevenis krijgt. Maar ook begrijpen. Dat komt weer later. De derden grijpen de vorige twee bij elkaar. En nemen ze mee, voeren ze weg naar een volgend gebied.

Zinnebeeldigheid is een eigenschap van de reeks.

A groep verses B groep.

A groep bestaat uit AA en AB, B groep uit BA en BB. Vier groepen die samen een geheel vormen.

De derde en vierde groep (BA, BB) zijn een herhaling van de A groep. Materiële beeldvorming. Maar ook als je de groepen A en B vergelijkt een 'tekort'.

Toegangspoorten naar de geest zijn de ogen en hun hulpmiddelen.

Door de vele mogelijke betekenissen was het moeilijk de juiste termen te vinden. De figuren moesten in het algemeen 'aansluiten' en dus ook op het technische. De schrijver die niet technisch is, vond dat werkwoord pas na een aantal jaren. Je sluit een microfoon aan op een versterker.


Alle Derden heten Ken Teken. Ze overreden de figuren niet op die plaats in de tijd te blijven maar verder te gaan. Ook al is een teken een dood ding, het is wel actief . En dat is binnen in het domein dat de reeks heeft uitgestippeld. Binnen in dat spel. Dat ook ernstig is.