picture
picture
`` .
o

Naar de Vrije Academie 1969
o

Herinnerd omstreek 2023. Opgeschreven 2025.
o

Verhuisd van Groningen naar Den Haag in 1968.

Als je net in een nieuwe stad aankomt heb je nog een andere blik, nog niet ben je de precieze waarnemer die gebruik maakt van de stad om een of ander doel te bereiken. Ze is nog bevreemdend.

Ik schreef me in aan de Vrije Academie . En koos een drietal cursussen.

Nooit had ik zo'n tegenstelling meegemaakt als het strenge leerproces dat ik tijdens mijn studie had doorlopenn in Groningen en de vrolijke leergang die de VA Psychopolis aan de De Geyn straat toen aanbood. Dat contrast was juist prikkelend. Je mocht alle gangen af om te kijken wat er in de lokalen aan de hand was. Gangen en aan twee kanten lokalen. Je kon recht maar ook schuin oversteken. Zoals in een hotel. Of zoals in de film van Jean Renoir La Règle du Jeu. De gasten hoorden een schot. Men kwam samen in de gang, waar kwam dat schot vandaan?

Er was één afdeling waar alle studenten langs liepen op weg naar de kantine : de afdeling 'lassen'.

Scene. Ik zag leerlingen bezig over het vuur ijzer te buigen. De vierhoekigheid van een gewoon lokaal was er niet, de ruimte leek meer op een grot. Die van Hephaistos (Vulcanus) bijvoorbeeld die met zijn één-ogige assistenten ´´n of ander mythisch voorwerp aan het maken was. Ja dat zag ik . Ik dacht ook: NOU DAT ZAL WEL. Niet voor niets was er nog maar net de culturele revolutie geweest en kwam oude al verworven kennis op de tweede plaats te staan. Mijn verbeelding boorde een diepere laag aan. Het waren die werkende lichamen. Dat ruwe materiaal. En die wens bij de leerlingen dat materiaal om te zetten, er iets van te maken .

Scene. Filmlokaal. Een rij driepoten waarop, naar ik aannam, fototoestellen waren vast geschroefd Het ging om een flink aantal. Ik stond daar achter, mocht meekijken. Mijn blik volgde die slagorde automatisch.. Er vóór liepen leerlingen, vager van vorm, stappen te maken. Ze volgden eveneens die opstelling. Er was een bevelende stem. Er moest iets. Iemand struikelde. Ik zag alleen de achterkant van de apparaten, niet de voorkant waar de lenzen zitten. Er waren geen fotografen. Ik zag geen registratie. Het lukte mijn geest toch dit tafereel mee te nemen door de tijd heen.

De scene kwam weer opduiken toen ik de structuur van mijn animatiescores nog eens goed ging bekijken. Naar het begrip duur dat met licht te maken had. Naar de tijdlijn bovenaan, naar de playhead die daar de posities in de tijd aanwijst met zijn rode pixel lijn die over de genummerde eenheden van tijd heen rent en daarbij elke cel die een figuur voorstelt, aantikt. De éne figuur die de andere in rap tempo vervangt.*

Zouden dat die rij open en dichtgaande lensopeningen zijn, die ik toen niet kon zien? Frans Zwartjes die bezig was de uitvinding van Muybrigde, de chronofotografie, uit te leggen?

'Oh, ik zat al op de Vrije Akademie voordat ik naar Thailand ging.'

'Het beleefde was eind jaren zestig vorige eeuw. De herinnering er aan kwam pas boven in het tweede decennium van de volgende eeuw! Net zoals bij een droom hebt je geen controle over het tijdstip waarop de belevenis terugkomt. Je hebt een suggestie, een aanwijzing nodig. Dit keer was het de playhead van mijn animatieprogramma Director 8.

Waarom zo laat ? Omdat de scene een geweldadige indruk maakte. Een beeld (als ze metafoor is) vervangt. Vervang je een regering, dan zal er geschoten worden. Tenzij er een langzamer proces wordt uitgevonden.

Na drie of vier maanden moest ik afbreken. Het kan ook langer geweest zijn. Maar nooit meer dan 6 maanden. Ik nam een drukpers mee. Bestemming Bangkok.

Het woord slagorde komt uit het boek De Methode van Raaymakers. Door mij besproken in 1984 voor een uitgever die mij om een verslag vroeg. Geen enkele andere uitgever wilde er aan. Ik herinner me nu nog zijn koppeling tussen 'kogel' en 'vogel'.

Nu ik hem eenmaal genoemd heb moet ik even naar dat jaar. We hadden een vriendschap, die helaas vervelend afliep. Ik had hem enthousiast over mijn werk verteld, wat bladen laten zien. In 1994 had hij al mijn werk overgeheveld naar zijn leerlingen en naar het Kunstmuseum. Er werd nergens verwezen naar mij. Ik geef toe dat er er altijd wel convergenties zijn tussen de ideeëen van kunstenaars, maar dit was wel even wat anders. Ik zag punt voor punt mijn eigen werk terug. De op elkaar gestapelde euclidische vormen, de vier kleuren van het licht, het huis, de gels, het parallelogram, de koploze vorm. Er werd van mij afgetapt zonder dank.

De vriendschap duurde langer dan de onenigheid zelf. Daarna was het schluss, afgelopen. Ik beschik graag over eigen werk en besluit zelf wel hoe ik het wil verspreiden.

Raaymakers was een echte rhetoricus.....in dubbele zin. Zijn boek was een leerdicht. Maar hij had geen beeld.

De andere kant van het de rethorica is hoe te leren spreken ten einde anderen te overreden, anderen 'vorm' te geven maar soms ook ten einde anderen te willen meetrekken in eigen bedoelingen en ambities. Dan heb je een probleem met degene die het niet eens is met die bedoelingen en ambities. Die al 'vorm' heeft.

En verder is er het belangrijke idee van proportionaliteit.

* In scores 2 helemaal inks de playhead.

* Het Grote Glas


go to top

Relativiteit en complexiteit: de lichtkleur groen had ik ingedeeld bij de lichte kleurgroep . Relatief gezien is zij lichter dan het rode licht. Het oranje licht is relatief gezien donkerder dan het blauwe licht. Ingedeeld bij de donkere licht-kleurgroep. Bij de tweede helft van de cirkelvorming is het net andersom: heeft rood het licht en groen het donker, heeft oranje het licht en blauw het donker.