|
Groningen 1966 Den Haag 2005 plusminus
|
|
|
Claudel Les Cinq Grandes Odes
|
|
|
De moeilijke zin
|
|
|
Oh point de toutes parts autour de moi òu s'ajustent les fins indivisibles. Univers indéchirable! Oh monde inépuisable et fermé.
|
|
|
Een zin uit een gedicht van Paul Claudel de auteur over wie ik vlak voor mijn afstuderen een voordracht moest houden. Het betrof het laatste gedicht van Les Cinq Grandes Odes: La Maison Fermée.
|
|
Bij het lezen van zijn gedicht stond ik perplex vanwege de zwaar aangezette en gedragen toon. Toon die me tegelijk in het verkeerde keelgat schoot en me fascineerde. Bovendien was er die éne zin in die vijfde ode die ik maar niet begreep. Juist omdat die zin een raadsel was, bleef hij me bij.
|
|
Het is bijna 40 jaar later. Ik lees die zin of liever die kreet nog een keer. En weer sta ik perplex. Het lijkt wel of er een zekere overeenkomst is tussen de manier waarop mijn bewegingen zich uitrollen en de inhoud van die moeilijke zin.
|
|
|
Claudel vertelt in die éne zin over het hoe en wat van mijn bewegingen.
|
|
|
Na het herlezen van de moeilijke zin. Een mogelijke interpretatie, meer is het niet.
|
|
Initiële schok, inslag, tegelijk vast punt, niet van plaats veranderend. De tijd staat even stil.
Beweging 6 maakt zó'n grote sprong (effect van de hevige impact, knal) dat de figuur diet de beweging uitvoert op zijn plaats blijft: het gaat in één keer de hele wereld rond. Vast punt, van waaruit het bewegen gaat.
|
|
Dan de steeds wijder wordende kringen. Bewegingen 5,4,3,2. Matiging van die schok. Het verteerbaar, aannemelijk maken van die schok voor de zintuigen.
|
|
Tot slot beweging 1: de kring die het geheel omgeeft in ondeelbaar kleine afstandjes. Les fins indivisibles. Punten. Verdwijnpunten. Maar ook centra waaruit iets nieuws ontstaat. Die een omvattende kring om de andere bewegingen heen maakt.
|
|
|
|
|
SCORES Tweak 6 bovenaan, tweak 1 onderaan.
|
|