|
TEN WINDOWS ON EIGHTH AVENUE 1990 10 on 8
|
|
Gemaakt en beleefd 1990 Op web gezet vanaf 2022 Het Gebruik van Tijd. Rood licht.
|
|
Translucencies, doorschijnendheden.
|
|
COST VALUE Animatie stills
|
|
Later kreeg ik dank zij deze informele Ludlow groep nog een keer de gelegenheid tentoon te stellen maar alleen en in een heel andere buurt. Op de Eighth Avenue waar de drie en vijftigste straat dwars op staat. 'Translucencies'. Ik experimenteerde toen met doorschijnend materiaal. Je kreeg er kreeg je 'poederlicht' mee.. Verstrooid licht. |
|
Het atelier in Broomestreet bevond zich in een centrum. Soho. Er waren galeries te over, de meesten op West Broadway. Maar ook de wijk Tribeca, aan de overkant van Canal Street, bloeide.
|
|
Opvallend waren de bedrijven waar je beeld werd verwerkt en bewerkt. De zogenaamde vaklabs. Het waren paleizen. Marmerwerk, prachtig hout, een portier. Hier lieten reclameburo's hun beelden bewerken. Het donkere gangetje en het magere bruggetje van het bedrijf van van Puffelen in Den Haag waren ver weg.
|
|
Ik leverde de computertekeningen van mijn animatie stills in en liet ze op doorschijnend materiaal (translucent, dus niet transparent) zetten . Liet tegelijk kastjes voor de tentoonstelling maken. |
|
|
|
|
|
- 4 Jaar daarvoor toen ik voor een performance lichtbeelden maakte, gebruikte ik dat zelfde idee . Ik legde op een paar Lundiakastjes een stuk wit plexiglass.
Daar onder liet ik een grote lamp schijnen. De viltstift tekeningen werden gemaakt op doorschijnend papier. Ze werden op dat melkwitte plexiglas gelegd en van boven af gefotografeerd met een 'twee oog', een Maimya C220. Vastgemaakt aan de vergrotings standaard van mijn broer. -
Bij de tentoonstelling in New York was er sprake van computertekeningen en een andere drager.
|
|
|
Het stedelijke landschap zag er in die jaren heel wat rauwer uit. Aan weerszijden van de avenue waar ik exposeerde zag ik onverschillige bouwwerken. Mijn tentoonstelling 'hing' aan de lange muur van een parkeergarage. |
|
|
Kastjes gekocht. Ze waren duur. Eerst drie. Met de taxi naar het atelier. Daar stap ik uit om ze uit de kofferbak te pakken maar in plaats van de kofferbak voor mij open te doen, reed de chauffeur heel hard weg. Hij sloeg rechts af naar beneden Spring Street in. Ik rende hem nog een paar passen achterna om zijn nummerbord te achterhalen, maar het was te laat. Hij was al de hoek om. Een minder dure oplossing voor het ten toonstellen bedacht.
|
|
|
COST
|
|
Op de dag voor de opening. Ik installeer alles alleen. Het is een Avenue waar in dikke rijen en messcherp door heen wordt gereden. Dat hoort bij éénrichtingsverkeer.
De stoepen zijn breed betegeld met grote plakken beton. Het was nog niet echt een veilge buurt. Opeens komt er een dronken figuur op me af. Agressief, woedend pakt hij me frontaal beet.
Ik moet vechten om uit zijn greep los te komen. De voorbijgaande voetgangers in een soort bezwering zien niets.
|
|
|
|
Ik was toen vreselijk teleurgesteld. Over de tentoonstelling zelf. Mijn zelfverwijt: mijn werk had boven het verkeer en de ruwheid van de scene uit moeten steken.
|
? |
|
Wat nu? Wat nu ik op de verticale lijn van de tijd torenhoog sta?
Wat betekent die tentoonstelling nu voor mij. |
|
Hulp van de tijd. Het lange perpectief. Afstand nemen. Wat je hebt meegemaakt reproduceren. Opnieuw 'filmen'.
|
|
|
Nu kwam ik tot een ander oordeel. Het was wel degelijk een mooie tentoonstelling. Ook al stak ze niet boven het publiek uit. Integendeel publiek en beeld vermengden zich..
|
|
Er was niet alleen de tentoonstelling geweest maar ook geweld er om heen, diefstal, ongewild fysiek contact. Het moet me beïvloed hebben. Ik keek niet meer naar het werk om en nam het pakje met de 10 vellen zonder er naar te kijken mee terug naar Nederland..En vergat het.
|
|
|
Er was de droesemige Avenue. Er waren de voetgangers, de New Yorkers. Ze liepen massaal langs de beelden en liepen hard door. Maar ze kéken. Misschien in een oogwenk, misschien zijdelings.
En er was dat rode licht dat van dichtbij en direct op hen scheen. Er was die merkwaardige gemeenschappelijkheid van ergens doorheen gegaan zijn. Of ergens doorheen moeten gaan. En wel door de tijd. Die deelden ze met elkaar. |
|
|
Zó scheen de eerste figuur van de reeks, het Levendige Ding door de tijd- en lichtlagen heen. Zo werd ze er doorheen gefilterd. Naar de andere kant van het spectrum gebracht.
|
|
|
Zo schijnt het nog steeds door die lagen heen. Nu op een computerscherm.
|
|
//
|
|
|
Ten Windows on Eighth Avenue
|
|
COST EN VALUE
|
|
De stokjes reeks of 'de jaggies' markeren, ze 'constateren' het eind van de voorbeeld reeks. Ze bevestigen haar eindigheid. |
|
Cursus computeranimatie. Het maken van 'jaggies' was in die tijd op de School of Visual Arts iets dat je niet geacht werd te willen. Wilde je een mooie schuine lijn maken dan had je een scherm nodig met een
hoge resolutie. Veel pixels per vierkante inch. Dat wil zeggen veel geheugen en opslagruimte. En dat kostte geld. De kwantiteit van pixels bepaalde de kwaliteit van je lijn.
|
|
Op een scherm met een grovere verdeling, weinig pixels per inch, zag je 'jaggies' of een rafelige lijn. Het waren de lijnen, die niet 'mooi' schuin gingen. In het programmeren waren het trapjes: 1 pixel naar rechts, 1 pixel omhoog enzovoort.
Iets later in de tijd heb ik die onpopulaire jaggies, die niet glad gestreken waren, allemaal apart omlijnd in Vectorworks om ze aanwezig te laten zijn.
|
|
//
|
|
Toen, in die zelfde tijd, zat ik op op de School of Visual Arts en zag voor het eerst en plotseling tatouages op armen en benen. Patronen aangebracht waar de grens van het menselijk lichaam is. Waar de huid is. De gevoelige laag. Waar ze zich bloot stelt aan de buitenwereld, daar lieten ze zich met oude motieven 'inenten'
|
|
Zou het in enten zijn? Er zijn de poriën. Toegangspoortjes naar buiten. Onzichtbaar voor het blote oog. Microscopisch kleine buizen die middel zijn om voorbij dat begrenzende oppervlak signalen die generaties lang door de tijd heen zijn gegaan te versturen. Berichten gezonden vanuit het cel geheugen naar het nu .
|
|
Ludlow Street de informele groep
|
|
Buisvorm, cylinder, kanaal.
|
|
Opalen paneeltje de chocolaterie
|
|
//
|
|
Ik hoorde iemand uit het publiek in 1995 in Theater Zeebelt commentaar leveren op die jaggies. En wel speciaal op de gekartelden.
Ze dacht dat ze 'boosaardig' waren. Waar ze voor moest huiveren. Thrillen. Recht, krom. Goed, kwaad. True-false. 1-0. Het binaire stelsel. Als je 'mooi' zegt, heb je 'lelijk' in het achterhoofd, Heb je het over de dag, dan heb je de nacht in gedachten. Je leert dat de tweede term maar al te vaak een negatieve bijbetekenis heeft. 1 - 0, man - vrouw. Wat is zo fijn als je met de computer werkt? Je kan knippen in die rij van énen en nullen zo dat de nul vooraan komt. |
|
//
|
|
Wanneer je door de stad liep, zag je ze. De briefjes die als witte manchetten om de lantarenpalen heen geplakt zaten. Vraag en aanbod, zo af en toe een algemeen woord, een spreuk. Toen was populair: COST VALUE. De stad dacht na!
|
|
Wacht. Wie moesten zich ook alweer behelpen met rood licht alleen, omdat vergeten was de belichting mee te nemen naar de plaats van uitvoering? THE DOORS.
|
|
Terug gevonden notitie uit 1986 |
|
Stroom Movie The Doors Mogwai 4 |
|
go to top |