picture
picture
V o o r b l a d
` `

Enschede 4     De Fabriek    Beleefd  1946-1952  

Opgeschreven ongeveer 2014/15

De Haaksbergerstraat

Alles in Enschede stond in het teken van de textielindustrie. Niet direct, we woonden niet echt onder de rook van de fabriek maar haar werknemers woonden in dezelfde buitenwijk en waren onze buren.

In die tijd besefte ik niet goed dat de formatie waarin ik terecht was gekomen 'gezin' heette maar er was wel iets dat ik alleen als 'sfeer' kan beschrijven. Er was genegenheid, affectiviteit. In overvloed.

Ik maakte kennis met materiële overvloed. En wel op een manier die alleen in de textielstad Enschede kon plaats vinden.

We hadden toen het plan te gaan kamperen in Vlieland. We zouden met een veewagen die leeg naar Harlingen ging, mee kunnen rijden.- Er was waarschijnlijk nog geen goede treinverbinding naar die stad.- En we zouden zelf onze tenten maken.

De buurman Freddie Nolmans die in de textiel fabriek werkte, kwam langs. Het plan werd hem voorgelegd. Voordat we het wisten lagen er in ons nieuwbouwhuisje balen textiel. Ik zie nog mijn moeder achter de naaimachine zitten om daar golven textiel te verwerken. De massa katoen moest op de grond uitgelegd en in grote stukken geknipt. De vloeren van de twee kamers waren er mee bedekt.. Het materiaal was prachtig blauw van kleur. De rest van het bouwmateriaal bestond uit rollen band van stevig canvas die de stukken bijelkaar elkaar moesten brengen. Opdat er uiteindelijk een behuizing uit voort zou komen.

Ik vertelde er over in de klas. Dat we gingen kamperen in eigen gemaakte tenten. Ze geloofden het niet. Dat kón niet. Dat de tenten blauw waren. Dat kón niet. We deden iets dat niet kon. Dat toch kon. Dat was dus een wonder.

De fabriek leverde er de grondstoffen van aan. En dat waren die balen textiel zelf dacht ik. Mijn moeder was de vrolijke en ijverige bewerkstelliger van een wonder. Ze maakte een tent die niet kon.

//

Later, volwassen, bedacht ik opnieuw een fabriek, een 'productive cause'. Ik maakte gietvormen waarin zich emoties kunnen gieten.

//

Haarlem

Het M chromosoom! Mijn moeder was gymnastieklerares en gaf les aan groepjes in een zijkamer of op zolder. Het was een gestommel en je hoorde muziekjes. Je zag haar niet bezig . De deur ging dicht, want het was haar wereld. Harry Lime en Tsjaikovski waren de namen die ik later op haar grammafoonplaten zag staan.

Haar doopsgezindheid of haar onderdompelingsgezindheid.

Haar boerenafkomst. Die opmerking over graanvelden: 'maar graan heeft toch een veel fijnere structuur dan mais?' .

Haar mantel. Haar mantel was in de New Look Style. Geweven in een dikke zwarte en witte draden. Ze werd in de taille aangesnoerd met één ronde knoop. Aan de andere helft van de jas zat een grote elastieken lus, partner van de knoop.Zo kwamen de twee helften van de jas bij elkaar. De jas was gevoerd. De rok cirkelwijd. Die aangesnoerde taille gaf je de X vorm. X jassen, X jurken.

Zozeer was je organisch deel van de familie dat je het normaal vond dat een paar jaar later, om mij een plezier te doen, van de 'rok' een schoudermanteltje werd gemaakt. Geen woord van protest kwam over mijn lippen.

Die ronde knoop verhuisde hoger op naar de hals en had een flinke afstand af te leggen. Fast forward naar de jaren negentig van de zelfde eeuw.
[knoopjes]

De stationnen tussen die twee knopen werden begin en eindstation.