picture
picture
V o o r b l a d
:

Vanaf 1974 beleefd. Opgeschreven 2025, Den Haag
o

Terug uit Thailand.

Door het reizen met het vliegtuig zie je bij thuis komst elke verandering die stukje bij beetje gaat, plotseling en in één keer. Daar zit al schok in. Veilig geland en de eerste stappen buiten Schiphol zettend kwam ik voor het eerst het verschijnsel 'massa' tegen. Massa, massa's. Er ws aanwas, groei geweest.
[zelfportret]

                                      Zeefdruk Vrije Academie

Je pakte het oude leven op. Je vulde de leegte die was ontstaan. Wat die massa betref, dat te vele. je leerde bijeen te grijpen, zodat de te vele indrukken zich rangschikten Je ging naar de Vrije. Je gaf een les, je probeerde vertaalwerk te krijgen. We zaten in een soort postrevolutionaire tijd. De revolutie van de fils à papa was nog niet helemaal voorbij.

Ergens in dat jaar werd ik uitgenodigd mee te helpen bij de oprichting van een Grafische Werkplaats. Niet als oprichter als helper. Je kreeg een baantje waarmee je materiaal voor je werk kon betalen. Ik herinner me met anderen een donkere kamer gemaakt te hebben. Er kwam een vergadering waarin merkwaardig genoeg ook mijn man werd uitgenodigd. Er werd mij gezegd, Heleen je moet opstappen, nu is je man erbij. Ik stotterde wat, protesteren hielp niet en weg was ik. Ik begreep gauw dat men via mijn echtgenoot subsidies probeerde te bemachtigen. Aha!

Op een gegeven moment kwamen er twee jongens aan de deur. Één heette Ignaat, ze hadden een Franstalig pamflet bij zich van Guy Debord, die La Sociététe du Spectacle had geschreven. Het pamflet heette La Misère en Milieu Étudiant. Of ik het alsjeblieft wilde vertalen. Ja, natuurlijk. Ze zouden over een weekje weer langs komen. Het was op tijd klaar . Maar niemand kwam het halen. Een dag later zag ik het pamflet Duitstalig in de etalage van een boekwinkel liggen.

Toen een gelukje. De telefoon ging. De NRC. Max van Rooy. Hij vroeg me of ik twee lange Franse artikelen wilde vertalen. En wel snel. Het ging over Russische film. Daat tussen zat een stuk over de filmer Tarkovski waarin zijn film over de miniatuur schilder Andrej Roeblev genoemd werd.. Nieuwsgierig geworden en enthusiast gemaakt ging ik naar de bioscoop, naar 'Andrej Roeblev'. Tarkovski legde op zijn manier verband tussen schilderen en film .

Ik ging al wel naar technicolor films. Je zag impressionistische schilderijtjes hangen boven een trap. De éne kunst die heel terloops een andere kunst liet zien. De schilderijtjes gingen net zoals de trap ging, diagonaal, naar een volgende verdieping.

Maar natuurlijk ook naar andere films. Godard, Truffaut, Renoir. Met mijn vrienden. En toen, een zelfwaarneming. Bij het uitgaan van een Godard film rende ik met een rotvaart, twee trappen tegelijk maar toch elegant de trappen af. Ik deed zonder het te beseffen de filmster Jean Paul Belmondo na! Ik identificeerde me met hem! Ik had iets om over na te denken*.
[zelfportretinv]

                   'Massa', dat beeld bleef op mijn netvlies hangen.

In de zeventiger jaren las ik Sur Le Matérialisme van Philippe Sollers. Hij besprak Lucretius, de filosoof en dichter, volgeling van Epicurus, die het weer was van Democritus. Hij beschreef in zijn boek De Rerum Natura - Over de Aard der Dingen- de reis van de atomen. Eerst snellen ze recht door een vacuum (door hun gewicht) om vervolgen een miniem klein beetje af te buigen. De 'clinamen'. Er kwamen botsingen, hier en daar was er samenklontering. Wat belangrijk was dat ik me die moleculen vanaf die lectuur als 'spul' kon voorstellen, als materie. Zoals ik vanaf dat momen ook het stoffelijke van genetisch materiaal kon begrijpen. 'Ruimte' ging bestaan als vacuum. Sollers legde een lijn naar de dialectiek, naar tegengestelden. Naar Marx . En naar Freud. Zijn invloed was hevig, Sollers had dat jeugdig enthousiasme. Zijn boek eindigde met Chinese gedichten, karakters (en niet letters) die loodrecht van de pagina naar beneden vielen.
[zelfportretinv]

                                 Sollers. Het was een andere tijd.

Sprong in de tijd. De volgende invloed sloot aan bij het boek van Sollers, twee boeken die ik in de tweede helft tachtiger jaren las. 1987 / 1988. Cinema 1 et 2 van Gilles Deleuze. New York, vertaald in het Engels. Ik zelf had in mijn eerste performance, 1987, een brede tegenstelling gemaakt voor mijn beelden: Licht / Donker. Geprojecteerd Links en rechts op twee muren. Maar niet veel later (via de animatie) waren de tegengestelden met elkaar in de weer. Deleuze was de maker van een aanvullende tegenstelling. Hij preciseerde dat moleculaire, dat 'spul' van Sollers. Dw tegentelling tussen het organische en het niet organische . Een materiële concrete aanvulling.. Het anorganische: het verstenen, het mineraliseren, soms 'apparaat' worden. En het zich daar tegen over stellende organische, levende , plastische . En er was een belangrijke precisering bij dat eerste deel van die tegenstelling: kristal beeld of schermbeeld. Uiteindelijk beeld dat hij verbond met tijd.

Die specificatie van Deleuze moest van mij specifieker. Silicium kristallen. Silicium, een half geleider, die nuanceert . Minder of meer . Een krachtige puls,een minder krachtige puls. De belangrijkste bouwstof van mijn instrument is silicium. Zonder geheugen chips.....The medium is the message.

Wat ik onthield van Deleuze was zijn uitspraak: 'Film heeft iets katholieks'. Ze viel me op vanwege mijn eigen 'protestantheid'. Ja, katholiek. Jezus, het mensenoffer. Ik zag oa Medea, een jonge man die geofferd zou worden vlak voor het oogsten . Het Evangelie van Sint Mattheüs. Babies die van een berg afrollen. Slachtoffers van Herodes. Pasolini was ook dichter. 'Offers aan het leven gebracht'. Het leven ontving hen maar al te graag' . Hij kwam uit Ligurië, waar in de middeleeuwen de occitaanse cultuur heerste. De filmer schreef in zijn streektaal. Die verdwenen taal, het Occitaans, die onderlaag, scheen door zijn gedichten heen.

Sprong terug naar de zeventiger jaren. Boeken. Ik ging toen vaak naar de boekwinkel Ikaros van Marcel in de Molenstraat . Er was een rood kacheltje waarom heen een paar lezers boeken verslonden. Ik bestelde ze bij hem. Één keer bij het uitpakken thuis, bleek dat er al in het boek dat ik besteld had, gelezen was. Een botervlek! Het verslinden van boeken ging nu eenmaal gepaard met het verslinden van boterhammen met kaas. We hadden het naar onze zin. Wanneer bij Marcel, nuttigde ik Raster. Een driemaandelijks tijdschrift.

Dankzij Raster maakte ik kennis met Goya. Zijn grafisch werk is van het soort dat kan verhuizen van een fysiek veld naar een psychisch veld. Bij hem, zo prachtig, gaan de tegenover gestelden met elkaar in strijd. Ze zijn een paar.

vaccijn   inleving