|
|
Belevenis juni 1983 - Opgeschreven 2014/15- Laatste alineas 2018/19.
|
|
|
In Juni 1983 kreeg mijn buurmeisje een ernstig verkeersongeluk. Ze had ongeveer dezelfde leeftijd als ik toen ik in Haarlem in een ziekenhuis terecht kwam. Men - mijn ouders, de doktoren - dachten dat ik in levensgevaar verkeerde. Elf of twaalf jaar waren we.
|
|
Het was vanzelfsprekend dat ik haar op ging zoeken. En toen gebeurde er iets waar ik helemaal niet op was voorbereid.
Ik opende de deur van haar kamer en zag haar liggen. Ze leek op mij zoals ze daar op bed lag. Ik wás haar.
Ik vereenzelvigde me zodanig met haar dat ik zelf in levensgevaar verkeerde. Maar van een ander soort. |
|
Ramen waren niet meer om door heen te kijken maar om door heen te springen. Het besef van afstand in de tijd, het was immers al lang geleden geleden dat ik ziek was geweest en nu niet meer, had me moeten beschermen, maar deed
dat niet. Als iemand me aansprak, keek ik achterom of ik daar soms stond. |
|
Het gevecht om heelhuids uit die voorstelling van zaken te komen, duurde tot het einde van dat jaar en werd afgesloten met de ontdekking van een reeks figuren, getekend met viltstift, die nog steeds mijn bron zijn. Het meisje, nu vrouw, heet Marije. // |
|
Ik bedacht een figuur die mijn beleving verving. Die dat eerste moment van waarnemen, dat moment van herkenning, verbeeldt. Niet meer door mij zelf persoonlijk beleefd, maar algemeen gesteld door een zelf.
|
|
- Een klein beetje van hetzelfde. Iets toedienen van hetzelfde. Het vaccijn principe van Pasteur. Die "zelf" die een Id is (een 'Es') maar ook een "id" van identificatie laat ik samenvallen. Die zich roekeloos laat verleiden. die verdeeld wordt over- en verstopt zit in al de figuren die van die "zelf" transformaties zijn. |
|
En een een voorwaarde voor het verbeelden van het collectief zien of 'ontvangen' van een film. Één met die 'zelf' -of wat daar maar ook voor in de plaats mag staan- die zich op het scherm manifesteert.
|
|
Iedereen kent het ongewilde geloei en gebrul in de donkere zaal, als het echt spannend wordt. Als je dat eventuele moment van éénwording tussen kijker en wat zich daar op het scherm afspeelt wilt verbeelden zal je door de deur van een Eerste naar binnen moeten gaan.
|
|
PS De weg die mijn blik toen af had moeten leggen was bij de eerste hobbel al vast komen te zitten. Het opgevangen beeld en de beleving ervan werden niet snel genoeg afgelost
door een tegenbeeld dat op dat moment van herkenning had moeten volgen. Dat duurde even. |
|
Kaartenbak
|