picture
picture
V o o r b l a d
' . .
.

Waarnemingsbelevenis    Opgeschreven vanaf 2021. Lock down.

De middeleeuwse 'roman'. Of 'romaans'. Of afkomstig uit Rome. Vertelvorm waarin feit en fictie bij elkaar komen.

De vertellingen van Chrétien de Troyes. Het geometrisch figuur van de spiraal.

Film kan je rangschikken onder het eeuwenoude medium van de vertelling. 'Rangschikken onder' is niet het juiste woord. Film is allereerst een verlengstuk, een uitbreiding van de vertelling.

Ik heb het nu over de vroege oud-franse roman zoals bij voorbeeld die van de auteur Chrétien de Troyes of van een plaatsvervangende jongleur die haar- zo omstreeks 1180 - vertelde. Ze gaven haar door aan het publiek met hun levende stem Je kan zelfs zeggen dat die oude vertellingen met zijn korte acht-lettergrepige dichtregel - er zijn er meestal veel meer dan 7000 van in één enkel verhaal - en wel toen ze eenmaal het perkament hadden gemarkeerd, lichtstrepen zijn die zich uitstrekken naar het nu. Die vertellingen zijn niet alleen film maar ook TV in archaïsche staat.

Verhalen van gebeurtenissen uit Thebe, Troje, Rome en de keltische wereld die mondeling werden overgeleverd. Maar heel gedeeltelijk historisch. Terwijl de held(in) ondanks alle obstakels de voortgang van het verhaal op zich neemt. Récits-montage.

Lancelot

Niets is zo belangrijk in die verhalen als de blik. Lancelot die zijn blik op zijn 'dame' gericht heeft, terwijl hij met zijn vijand ruggelings de degens kruist.

Het hart en de geest zijn net zulke belangrijke spelers. Het hart gaat soms sneller dan de oogopslag. Het breekt door dichte deuren heen.

Er is een wetenschappelijke houding en dorst naar kennis. Een optische illusie wordt in ritme besproken. Er wordt gemeten in 'ellen' en andere maten. Om de echtheid van het vertelde te benadrukken.
[mes]

'Zelfverlies' wordt uitgebreid in dichtregels omgezet. Het bijna maar niet helemaal flauw vallen van Lancelot bij het horen van de naam van zijn Dame. Het machinale en waanzinnige van de plotseling opkomende sterke emotie. De motorische kracht van de automatische beweging. Door de manier van dichten lijkt het komisch. Tegelijk is ze ernstig.

De wouden waren uitgestrekt. Er werd gedwaald. Het mensdom was in klein getal. De ruimte was immens. Ze moest die ruimte wel in kleinere ruimtes verdelen. Nodig om de eenzaamheid in die onmetelijkheid te confronteren. Er was de hemel de hel en iets er tussen in. Dat 'er tussen in' was nietig.

De onmetelijke bossen kun je gemakkelijk vertalen naar andere conglomeraten, bijvoorbeeld wereldsteden.

Zie onze eigen ruimte die opnieuw immens is geworden. Ze kent ook ruimte verdelingen. Één daarvan waarin de wereldruimte zich in geconcentreerde vorm op een filmdoek projecteert, is de bioscoop met zijn bewegende figuren en zijn meekijkend- en luisterend publiek.
[spiraal]

De beweging van de spiraal. Rotatie en translatie.

Het geometrische figuur dat niet alleen bij de figuren van de reeksen basis is. In het film verhaal is de spiraal en zijn beweging basis.Een spiraal die opwaarts en neerwaarts draait in een wereldwijde, virtuele ruimte. De filmpersonages lopen op dat bewegelijke pad op zoek naar een soort verlossing. Een ontsnapping aan, een sprong uit hun lot. Ons lot. Dat van de sterfelijkheid. Dat, daaraan verbonden, van de angst voor de dood.


De Perceval

De volgende roman van Chrétien de Troyes is de Perceval. Ze introduceert de Graal. De grote hal. Een stoet. Overal kaarsen. Het rondbrengen van schalen . Die in het midden van de stoet is van goud. De episode geeft ons toch vrijheid van interpretatie. Een graal of schaal. Zonder hoofdletter. Die gouden graal zou nog steeds niet alleen maar iets heiligs kunnen bevatten maar ook geld, munten... De stad Troyes was toen handelscentrum. Het hele register van de vertelling kan je inruilen voor een ander register. Dat van de liefde bijvoorbeeld. Er zijn er meer. Zoals bij een gedicht.

Puur film.

Het kasteel met de zeshonderd ramen.

Het nadrukkelijk aangeprezen stralend witte tafelkleed op hun Ronde Tafel.

Ze is van ivoor. Het materiaal komt van buiten. Dus kostbaar. Overvloed wordt in alle toonaarden beschreven. Onder tafel bevindt zich de barre werkelijkheid.

De stoet komt uit een kamer te voorschijn en verdwijnt in een andere kamer. Daar tussen in lichten de figuren even op.

Die stoet lijkt wel wat op mijn stoet. Maar wanneer de graal in een latere episode van de vertelling opnieuw verschijnt, wordt er verteld wat er in die schaal zit, een hostie. Daar gaat de vergelijking niet helemaal op. Je komt dan op een aangrenzend terrein.

Wat ze gemeen hebben is het spectrale. Daarbinnen in opereert niet alleen het visuele zintuig maar ook het gehoor.

Beiden zijn vertellingen.

Beiden tonen ze. Houden hoog. Het gaat om een verbeelding. Een verbeelding is een proces dat tijd en ruimte kost.

De eerste paragraaf in de Perceval is subliem. Een vijftal ridders komt aan galopperen in het donkere woud. De held hoort alleen maar kabaal. Takken zwiepen tegen harnassen aan. Malienkolders rinkelen. Lansen botsen tegen schilden. De jongen hoort het maar ziet geen ruiters...hij verbaast zich daarover. Pas als ze uit het woud zijn, sluit hun geluid aan op het verhaal.

De passage lijkt een soort verzamelen van allerlei soorten geluid te zijn die zich gaan voegen bij de vertelling. Mondelinge vertelling die bij de middeleeuwse toehoorders een reeks beelden gaat oproepen. De toevoeging van de geluiddpassage is een eigenzinnige intro die zegt "luister goed'.


Ademtocht

Reeks 1

Bekers

Copia of overvloed

De spiraalbeweging

Ivoor

Kantoor heiligen