|
|
De Tweeden, de derde van de Tweeden
|
|
De eerste van de Derden
|
|
|
De derde van de Tweeden die om de eerste
|
|
en de tweede van de Tweeden heen trekt. |
|
|
Herhaling van de tweede van de Tweeden
|
|
|
Ook trekt het om
|
|
de eerste, de tweede en de derde van de Eersten heen.
|
|
|
Zó gaat de regel.
|
|
|
Aan- sluitend beeld
|
|
|
Ken teken
|
|
|
Onderscheidend Teken
|
|
|
- De eersten zien het aan vanuit hun schuilplaats
|
|
de tweeden steken uit in actie en reactie . -
|
|
|
Het Bindende Brekende Veld
|
|
dat zich over het Verstoorde Veld heen legt.
|
|
|
Er zijn er Drie
|
|
|
Niet alleen gaat heen en weer
|
|
beeld en bemiddelaar
|
|
tussen mij en het Tafereel
|
|
maar ook schiet het
|
|
van de tweede van de Tweeden
|
|
naar de eerste van de Tweeden en vice versa.
|
|
|
Het laat zijn licht op hen schijnen.
|
|
Sturend, richting gevend
|
|
overreedt het hen
|
|
mee naar voren te trekken.
|
|
|
Het herhaalt zich
|
|
maakt patroon en regel
|
|
en gaat zover mogelijk terug
|
|
van de Tweeden (de mentalen)
|
|
naar de Eersten (de emotionelen)
|
|
tot en met Primus de allereerste en weer terug
|
|
van het fijne treffen naar de hevige schok
|
|
van gedachtengang naar gemoedsbeweging.
|
|
|
En het zou altijd zo door gaan
|
|
alleen maar een gemoeds-
|
|
en een geestestoestand gevend
|
|
een voelen, een begrijpen
|
|
|
als het niet bovendien van zijn regel af kon wijken
|
|
niet alleen kon binden maar ook af kon breken.
|
|
|
En zodra zich een nieuw beeld presenteert
|
|
transporteert het wat het houdt en onthoudt van de Tweeden |
|
dóór naar de Derden
|
|
weg van het Lichte Veld
|
|
naar het Donkere Veld
|
|
dat het gebied van de Materie is.
|
|