|
||
|
1961- 1968 Groningen Ademtocht of stemweg. Vanaf 2015. Stuk toegevoegd in 2020. | |
|
Tijdens mijn studietijd merkte ik dat ik een onhandig spreker was. Daarom juist was ik nieuwsgierig hoe dat spreken en uitspreken precies in zijn werk ging. | |
|
Bij het vak fonetiek keek ik vaak naar het plaatje van een doorsnede van mond en keelgat. Voor de spiegel volgde je wat je op dat plaatje zag. Er was de tong die in de weg leek te zitten. Toch had je die spier nodig om klinkers en medeklinkers te maken. De energie voorziening was lucht. Bij klinkers ging de lucht min of meer vrijelijk van je longen naar buiten. Bij medeklinkers wordt de lucht ergen in de mond tegengehouden. Ook zij zijn klanken. | |
|
waar precies wordt er uitgesproken? | |
|
Je hoorde en je zag dat de stand van de tong tegen het verhemelte anders klinkende consonanten voortbracht dan de stand van de tong tegen de tanden. Waarde tong zich plaatste was belangrijk. Ze kon tegen het zachte verhemelte (achterin) aankomen, ze kon tegen het harde verhemelte (voor in) aankomen, tegen de tanden. Je kreeg 2 heel verschillende klanken. | |
|
Maar het ging er niet alleen om op welke plaats de klank geproduceerd werd maar ook hoe ze werd geproduceerd. | |
|
Bij de [p] wordt de lucht eerst vastgehouden, stop. Daarna opeens losgelaten. Een 'exploderende' klank. | |
|
Bij de [f] passeert de lucht tussen de lippen door met wrijving. Een wrijfklank. Maar de [v] heeft een andersoortige klank. Zachter. Bij de productie er van wordt lucht toegevoegd. | |
|
Dat waren mede klinkers. Klinkers mochten vrij door! Maar de mond kan wel een klein of een groot rondje maken. Ze fungeert dan als een soort diafragma. Die vernauwing/verwijding geeft een andere klank . Ah, oh. | |
|
Dit alles komt me bekend voor: Vrije doorgang, bewaakte doorgang, weerstand, het hoe van de ontstane uiterlijke vorm. Er is een waar en hoe van het 'worden' van klank. Het ontstaan van geluid en stem lijkt te werken zoals mijn doorlatende en tegenhoudende lichten...Een zelfde patroon. | |
|
Want er was meer. En je kwam er vanzelf achter.. Er was sprake van een weg, een 'stem' weg . Je adem legt een weg af via luchtpijp, keel, stembanden met als extra die ruimte tussen die stembanden, de stemspleet, die eerst open is. Je adem die niets anders is dan lucht gaat er door, begint te schommelen, geluid te maken. De stemspleet gaat dicht bij het spreken. Via mondholte en tongmassa, krijgt geluid verder vorm. Wordt stem.. | |
|
Aan het eind van de tocht hoor je de klank van eigen stem. Ze komt uit je lichaam en vervolgt haar weg. | |
|
En net zoals er een eerst onbewaakte innerlijke beeldvorming bestaat, is er in het begin van die stemweg een nog door het onbewuste aangedreven stemgeluid. | |
|
Aiuaie en cmmnct | |
|
// | |
|
Dit stuk 22-3-2020 | |
|
Het licht gaat een omgekeerde weg. Het komt niet uit me, het is geen expressie zoals de stem. Het komt naar me toe. Ik krijg een impressie. | |
|
Een weerkaatsing. Waar komt het licht vandaan? Het weerkaatst van objecten die 'te kennen' zijn. Maar die je nog niet kent. Of slechts gedeeltelijk. Ze weerkaatst van een scherm af bijvoorbeeld. | |
|
Geschommel van de luchtdruk bereikt het oor | |
|
Electromagnetische getril bereikt het oog | |
|
lucht | |
|
licht | |
|
Twee energie bronnen. Allebei op eigen maar toch vergelijkbare wijze modulerend. | |
|
Wat hebben beeld en geluid gemeen? Eerst gaat het er om dat ze er zijn. Daarna gaat het er om hoe ze geproduceerd worden en op welke plaats. Ze volgen allebei een weg, die een begin en een einde heeft. | |
|
Zonder stemgeluid of wat daar voor in de plaats kan staan zal die raadselachtige empathie tussen mens en filmbeeld niet zo gemakkelijk plaats vinden. Geef je haar moeizamer gestalte. | |
|
// | |
|
In film zijn geluid en beeld in de loop van de twintigste eeuw een paar geworden. Bij mij gaat het om het paar elektronisch beeld - elektronisch geluid. | |
|
// | |
|
Voor sommigen is dit verhaal te makkelijk, voor anderen te moeilijk. Kijk in je mond. In een onbewaakt ogenblik zie je het absurde landschap van Salvador Dali. Rijdt eens diep in de nacht door de straten van een grote stad. Mijn controlerend maar nuttig apparaat laat me een bevreemdend schouwspel zien, zijn gekleurde lichten werpen zich op het Niets. Later iets dat op een straat lijkt en donkere huizenblokken. | |
|
// | |
|
Er wordt in de keel niet alleen 'geluid' en 'stem' geproduceerd. Op de rug van de tong bevinden zich de smaak papillen. In films wordt veel gegeten het liefs aan lange wit gedekte tafels waar het om het eten en het spreken tegelijk gaat. | |
|
Vaak zijn er personnages bij die voorbeelden zijn. Rolmodellen. Ze hebben het vermogen Onderscheid te maken. Ze proeven eerst van de appel. Ze eten er niet zomaar van. Ze eten om te komen tot de smaak van de pit. | |
|
// | |
|
Bij voorbeelden denk ik natuurlijk aan film. Maar met behulp van een dubbele analogie. goden : stervelingen = filmsterren: publiek. |
|
|
Een oude notitie | |
|
Wegdelen | |
|
De ah de oh song | |
|
De ah de oh song Engels. Vertaling Margaret Gilroy | |
|
Kantoorheiligen | |
|
Het systeem van de fonemen. Klinkerparen, consonantparen. Vanzelf informatie dragend. Ze maken verschil wanner je ze in woorden uitspreekt. Zonder boe of bah. Het contrast zelf geeft de betekenis. | |
|