picture
picture
,

BROOMESTREET 450 New York, NY. 1013. Verenigde Staten 

Beleefd vanaf 1988 tot en met 1992.  Geschreven vanaf 2018.  

Lokatie Atelier Broome Straat 450

Herfst 1987 verhuisden we naar New York. Na een maand of drie, vier vond ik een atelier in Broomestreet, voor overdag. In een ander deel van de straat dan dat deel dat ik 10 jaar geleden gekend had. Op de vijfde verdieping, naast de lift. Een zijkamer van een grote loft. Twee ramen. Tot zes uur 's avonds.

Je gaat niet meteen aan het werk.
[picture]

Je vraagt je opnieuw af: wat maakte ook alweer dat je de reeks vormen die je in een Haags theater presenteerde, uitkoos? En je herinnert je wat je antwoord was geweest: het was de laatste vorm van de reeks die met zijn uitschuivende delen het evenbeeld was van een camera die je ooit jaren daarvoor in werking had gesteld. Waarom je dat beeld opnieuw terug roept?

De herinnering aan iets dat je hebt beleefd kan zich herhalen als je je bevindt in een zelfde situatie als waarin je je eerder iets herinnerde. In 1981 net terug uit Washington Dc zat ik ook alleen in mijn atelier. En er was een breuk met wat je omringt, je omgeving. Ik kende het verleden, de toekomst was een leeg vlak.

Precies zo ging het toe na mijn verblijf in Thailand. Bij terugkomst naar Nederland. Je hebt je anders ontwikkeld maar de thuisblijvers ook. Je mist sociale connotaties. Je probeert de breuk te herstellen. Actie volgt.

Je zoekt naar hechtpunten in de ruime cirkel die je nieuwe omgeving om je heen getrokken heeft.

Je zat in New York, fotografie- en filmstad. Je kon doka's huren. In filmhuizen worden oude films gedraaid. Op elke hoek van de straat wordt gefotografeerd.

's Avonds als ik vanuit de 23 ste verdieping van mijn flat - mijn woonadres - over de stad uitkeek, zag ik overal witte plekken oplichten. Het duurde even voordat ik begreep dat daar film werd opgenomen. Overdag moest je om die reden omwegen maken.

We kwamen vaak via de Holland tunnel de stad binnen. Soms 's avonds laat. Je duikt met je auto vanaf een lager nivo op in de stad. En daar stond dan dat stoplicht. Hoog. Zo maar zijn licht vooruitwerpend. Daarachter een groep huizen. Er was geen verkeer.

Voor het eerst ging ik op stap naar de galeries om werk te laten zien. Zo ging ik met de rubbings die ik van de reeks gemaakt had naar Storefront, een architectuur galerie vlak bij Broome Street . Ik rolde ze uit voor de eigenaar en noemde de figuren 'gebouwen'. Ik dacht dat ze mijn poging misschien wel interessant zouden vinden. Maar ik werd er min of meer uitgeschopt.

De rubbings gefotografeerd, vervolgens weg gegooid. Wat je mee kreeg : ze maakten zichtbaar dat de figuren zich bevonden in een electromagnetisch universum. De losse elementen werden naadloos naar het zwaarste element toegetrokken. Automatische montage.

De figuur reeks doopte ik The Keepers Of The Light naar de fotowinkel in de 23ste straat. Later gaf ik het ook de titel 'Reis Ikonen' omdat het ontstaan van de reeks te maken had met mijn reizen. Ook omdat ik meer dan 30 jaar lang gekeken had naar een drie luikje waarop russische ikonen waren afgebeeld. En dat er opeens niet meer was.
[picture]

                                      Sleeve van de fotowinkel The Keepers of the Light.

                                                DE OVERGANG NAAR DE COMPUTER.

Na de rubbings gebruikte ik een merkwaardige techniek.

Ik had op de performance in 1987 voor het eerst lichtbeelden getoond. Maar daarvoor, om de reeks te verkrijgen, had ik alleen maar geschilderd en getekend.. Mijn spiergeheugen herinnerde zich dat al te goed. Hoofd en handen werken samen. Vanzelf en automatisch ging ik weer spielatten in elkaar zetten en vierkanten omspannen met canvas.

Maar na mijn sessies met Ger Kouwenberg en mijn computercursussen kon ik op dat canvas lang kettingpapier plakken. Ik had me een Extended Image Writer 1 aangeschaft. En wilde zien hoe de motieven er tastbaar en materieël uit zouden zien in plaats van als geprojecteerd lichtbeeld.

Zonder er bij na te denken en vanzelf ging ik de perforaties van het kettingpapier weg snijden en naadloos mijn motieven op een gespannen doek plakken.

De werkstukken waren een soort rariteiten* in de evolutie van schilderen naar het computer medium. Voortgang ging via 'doen'. Ze leken op sommige schepsels zoals de natuur ze produceert, maar ook op sommige apparaten in de techniek.

Hoe kon ik anders op dat moment dat lange ketting papier tentoonstellen? Je wist niet wat je nu weet.

Later vond ik daar een oplossing voor door de strips tussen dun perspex te leggen waarin gaatjes werden geboord die strookten met de gaatjes in het papier. Die de strips bij elkaar hielden met schroefjes. Maar ik kon ze niet zelf sjouwen, dan bogen de strips te ver door.
[picture]

Niets gaat zonder slag of stoot. Van mijn verhuurster mocht ik op haar terrein koffie zetten in de keuken en naar het toilet. Maar wanneer zij op kantoor was, gebruikte ik toch haar eettafel en badkuip om het canvas met lijm in te rollen, de stroken te plakken, ze met vlakke hand op het canvas te strijken en de roller in de badkuip uit te spoelen. Ik deed het zo netjes mogelijk. Helaas is ze keer in een plakkerige badkuip gaan zitten. En werd de huur opgezegd. Ze maakte toch wat foto's.
[picture]

De keuze. Ik verkoos bovenal niet elke Eerste, niet elke Tweede maar elke Derde van de reeks figuren.

Ikoon van het intermediaire

De zelfde persoon die op haar atelier canvas doeken in elkaar timmerde, bestudeerde animatie scores op haar computer.. Hier onder is er een hint naar dat canvas: 'schering en inslag'. De inslag van de schietspoel.
[picture]

Broome Street zeventiger jaren

Broadway

Ludlow Street

Centre Street

Gebouwen (met G.K)

De horizontale lijnen van de scores en de 'inslagen'.

//

'Numerieke representatie, modulariteit, automatisering, veranderlijkheid en transcodering daar gaat het om bij de nieuwe media' schreef de theoreticus Lev Manovitch, die sinds begin jaren negentig woont in New York. The medium is the message. Meer dan ooit.

Er dook na 2000 een Europees filosoof op. Slavoj Zizek. Mijn reeks produceerde automatisch restfiguren en wist van niets. Ze was al 'bezig'. Al in bedrijf.

//

'Modulariteit'. Het Nederlands is een modulaire taal. Ik spreek Nederlands van nature. De reeks zoals ik hem gemaakt heb, is ook modulair.

De computer. Dat toetsenbord, dat informatie door gaf aan de computer, die vervolgens omgezet werd in electrische pulsen of schokjes, die je kon opslaan en die op hun beurt omgezet werden in lange reeksen enen en nullen om uiteindelijk een coherent beeld op het scherm te krijgen, het procédé was me niet vreemd. De figuren vonden langzamerhand in dat apparaat een thuis..

*Het objectief van die camera stak uit naar voren, het registerende vlak bevond zich helemaal achteraan in het apparaat. De draadontspanner zat aan ook aan de achterkant rechts en wipte uitnodigend omhoog.

*Gelijkenis vinden was de methode van mijn geest geweest, eentje die opkwam waar ik ook maar terecht kwam. Het gaf houvast in een leven dat bestond uit onderbrekingen. Zo kon ik het vorige dat verdwenen was in het volgende terug vinden. Die symmetrische beschouwing van de dingen gaf continuiteit en benadrukte het algemene. Ze had een generaliserende tendens. Maar zou hopeloos saai zijn zonder zijn tegengestelde: de asymetrie. Dat Éne.