picture
picture
V o o r b l a d
o

Enschede   2
o
o

Bikkels en knikkers

Er waren toen niet alleen bikkels, de glazen transparante stuiters, maar ook knikkers en er zat een laagje kleur over heen. Ze waren van mindere waarde. Het viel me op dat ze niet helemaal rond waren en op weg naar de kostbare stuiter die ze moesten raken, een beetje hobbelden en daarom veel trager gingen dan je eerst dacht Je kon dat éne dunne laagje kleur er afkrabben en dan zag je de schamele binnenkant, de donkergrijze klei..
o

Het concept van dat éne laagje betrok ik later bij het ontwerpen van de laatste figuurgroep. Die belevenis als kind was een soort fotografisch beeld in me dat me hielp dat uitwendige beeld te accepteren en het niet te verwerpen.
o

Washington DC 1980   Theekopje
o

Frontaal

De auto, wonderbaarlijk middel van vervoer, van voren bekeken. De eigenaar van het fabriekje twee huizen naast ons had een Hillman en heette Hörmann. Zijn trotse bezit stond voor zijn huis in lichtgrijs en ik stond er vaak naar te kijken, er recht voor staand, frontaal en op de straat zelf, naast de stoep, Ik verzon dat ik er goed vanaf zou komen als ik door zo'n auto aangereden zou worden. Ik berekende mijn kansen. Van voren had de Hillman maar twee wielen en ik zou er mooi - tussen die twee wielen in - levend aan de achterkant weer vandaan komen. Er waren toen ook ook auto's met drie wielen, die waren pas gevaarlijk, dan had je geen enkele overlevingskans.

New York   Koplampen
o

in mijn voorbereidende schilderijen gebruikte ik die frontaliteit van auto's - eerst van ver weg bekeken, later van dichterbij - om verder te komen met mijn licht- en kleurideeën. De auto's ver weg leken zoals ik ze schilderde op zilvermoleculen die reageren op licht.
o

Herhaling

Het fabriekje werkte dag en nacht. Het was van dezelfde meneer Hörman en het vulde de hele achtertuin . Er werden 'kikkerogen' gemaakt. In het rubber werden gaten gestanst waarin lichtgevende bolletjes werden gedrukt. Bevestigd op de witte streep die de auto's in twee banen van tegenovergestelde richting moesten leiden,vooral langs de bochten gaven ze de scheidingslijn 's nachts een extra accent. Wel hobbelde de auto wat als je er overheen reed. Met dat zich herhalende, obsessieve geluid van de stansmachines viel ik 's avonds in slaap. Het was iets vertrouwds.
o

Later werd herhaling de motor van de vormveranderingen in mijn reeksen. Herhalingen spelen zich af in de dimensie van de tijd.
o

Uitroepen of Yells   Recht tegen over elkaar

De yells die kinderen tegen elkaar of tegen andere wezens riepen in luide kreten. Één daarvan was bij mij geliefd: 'wat je zegt dat ben je zelf'. De tweede zin was: 'doe je kop maar door de helft'. Van die tweede helft hoorde ik later.Je herhaalde de uitroep op ritme en toon. Tegelijk maakte je opgewonden sprongetjes. 'Wat je belooft, moet je doen!' was ook zo'n roep; er kwam vast nog wat achter. Of tegen een pauw: 'pauw, pauw, ik ben mooier dan jou'! De uitroep lijkt banaal maar voor een kind gaat het om de confrontatie met een ander levend wezen. Je keek de pauw die voor je stond recht aan en je zag die wezenloze concentrische cirkels van zijn blik. De pauw antwoordde met een rauwe kreet. Er stond een hek tussen ons, dat wel.

Bij een hevig gevoel had je lichaam een heel andere, wat schokkerige motoriek. De automatische beweging die ik later in New York 'uitvond' maar die geheel en al geïnstrueerd werd door de vormgeving van de reeks figuren, had direct te maken met wat ik toen als kind ervaarde.

Dat hevig gevoel met daarbij dat schokkerige van je lichaam kwam later weer terug, toen je vanaf je zestiende, zeventiende jaar naar de bioscoop ging. Je kon bijna aan mijn bewegingen op de stoel zien wat er op het scherm gebeurde, zó werd je aan je indrukken overgeleverd.

De oer-schok bij het kijken naar filmbeelden vond natuurlijk plaats in La Ciotat maart 1899 in het Eden-Théâtre, waar een heel publiek in paniek op de vlucht sloeg voor locomotief die op het scherm frontaal kwam aanstormen.

Mijn schokjes waren verre familieleden van die massale schok van meer dan honderd jaar geleden in Zuid-Frankrijk.

In 1959 had ik in de omstreken van La Ciotat een baantje als tolk op de camping Les Oliviers.'On parle anglais'.


Enschede 1

Enschede 3